Trecodome geeft advies over passief bouwen projecten, door mee te denken in het ontwerptraject over planopzet, materiaalkeuze, ventilatie en een duurzaam energie-concept. Aan de hand van een PHPP berekening worden ontwerp, isolatiewaarden, productkeuzes en details bespreekbaar gemaakt.

Trecodome begeleidt projecten naar het PassiefBouwenKeur als adviseur, of als uitvoerder van een onafhankelijke second opinion. Trecodome werkt voor woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, aannemers en onderhoudsbedrijven, toeleverende industrie, architecten, overheden en international organisaties. Trecodome werkt internationaal en is betrokken bij Europese onderzoeks- en demonstratieprojecten.

Trecodome adviseert projecten en organisaties over werkelijke CO2 reductie in de gebouwde omgeving vanuit inzicht in internationaal onderzoek en voeten in de klei van projecten. 

  • betaalbaarheid woonlasten 
  • investering opdrachtgever
  • energiebesparing
  • duurzame energie
  • CO2 emissie energie
  • CO2 emissie materiaal

1- Een praktijkvoorbeeld: Energetische renovatie van een appartementencomplex

  • Goede isolatie van dak, gevel, vloer 
  • Drievoudige beglazing 
  • Goede luchtdichting 
  • Comfortventilatie met warmterugwinning 
  • Te openen ramen en zonwering

Dergelijke maatregelen zorgen voor een lage warmtevraag en een goed comfort in winter en zomer

Tot vorig jaar was de keuze voor een HR ketel gangbaar, we nemen de CO2 emissie bij deze keuze als referentie.

  • Een(bodem)warmtepomp met een goede COP, heeft een CO2 emissie die lager is dan bij een HR ketel
  • Uit oogpunt van investeringskosten komt dan snel de keuze voor een lucht- warmtepomp. De CO2 emissie is vergelijkbaar met een HR ketel
  • Inmiddels is het dagelijkse praktijk dat gekozen wordt voor elektrisch verwarmen van lucht of met infraroodpanelen.

De CO2 emissie van de woning verdubbelt ten opzichte de andere opties, omdat de COP van deze systemen niet hoger is dan 1.

  • Bodem water warmtepomp
  • Lucht water warmtepomp
  • HR ketel

De CO2 emissie verdubbelt bij toepassing van elektrische verwarming zonder warmtepomp

  • De energiebelasting en ODE op Gas en Elektra maken dat de woonlasten voor HR ketel en weerstandsverwarming dicht bij elkaar komen
  • De collectieve warmtepomp wordt afgerekend via de tariefstructuur van de warmtewet. De woonlasten voor de collectieve warmtepomp varianten zijn het hoogst.
  • De GJ prijs voor warmte is gekoppeld aan de gasprijs en zal bij huidig beleid dus mee stijgen.
  • Voor zowel de corporatie als de bewoner wordt het aantrekkelijk om te kiezen voor de elektrische variant.
  • De CO2 reductie van het project met elektrische verwarming is nihil.
  • De overheid is voornemens om de primaire energie factor (PEF) te in energieberekeningen te gaan baseren op verwachtingen voor de toekomst, in plaats van op actuele en te verifieren jaarlijkse gegevens van het CBS.
  • De CO2 emissie van het voorbeeld zal bij de voorgenomen PEF van 1,45 ongeveer 45% lager worden voorgespiegeld.
  • De drive om warmtepompen toe te passen zal daarmee vervallen: er wordt zogenaamd CO2 gereduceerd; de investeringskosten zijn lager; de energiekosten blijven gelijk tov gas.
  • Gevolg: verhoging van de CO2 emissie, vergroting van het elektriciteitsgebruik, en dus verlaging van het percentage duurzame elektriciteit

Energieberekeningen qua prestaties en emissies berekenen met huidige verifieerbare data. Energiegebruik monitoren en emissies jaarlijks bepalen met actuele emissiedata.

Tariefstelling energiebelasting en ODE en warmtetarieven evenredig met actuele CO2 emissie van elke energiedrager

  • Elektriciteit op basis van werkelijke mix van ingezette brandstoffen
  • Warmte op basis van werkelijke mix van duurzaam en bijstook gas
  • Gas op basis van werkelijke mix van aardgas, biogas, waterstofgas etc

2- Strategie voor projecten en wijken

De CO2-prestatie van het energiegebruik van gebouwen is te verbeteren door energiereductie-maatregelen, zoals energiebesparende maatregelen en rendement-verhogende installaties, en de toepassing van duurzame energie. De energiereductie wordt berekend en gemodelleerd in aansluiting op werkelijke verbruiken en te verwachten besparingen.

Bij duurzame energie van zon-PV-panelen onderscheiden we het directe effect op het verlagen van de behoefte aan energie in de woningen en de duurzame energie die wordt geleverd aan het net. 

De directe opbrengst van zon-PV-panelen zorgt dat een woning minder energie importeert, en zorgt daarmee voor een CO2-reductie van het energiegebruik in de woning.

De verduurzaming van de energievoorziening wordt bereikt door de beoogde toename van het aantal windmolens, de inzet van duurzame energiebronnen voor warmtevoorziening en de aan het net geleverde energie uit de zon-PV-panelen.

Op deze manier sluit de berekening aan op de beschikbare statistische gegevens over het gemeten energiegebruik in gebouwen (door de netbeheerders en het CBS). In de berekening wordt de verduurzaming van de energie-mix gemodelleerd met het jaarlijks te monitoren percentage duurzame energie.

Deze werkwijze leidt ertoe dat ook de effecten van verbeteringen in de energie-mix op het CO2-emissie-resultaat van een wijk zichtbaar gemaakt worden. 

De CO2-emissie van materialen is in gebouwen niet ter plaatse te meten. We hebben daarom gebruik gemaakt van beschikbare databases voor de milieu-impact van materialen. De grondslag van de Nederlandse databases is afkomstig van EcoInvent en Environmental Product Declarations. In bewerkte vorm komen deze data terug in milieudatabases en rekenmodellen zoals GPR, BREEAM en EcoQuaestor. Het is voor de toekomst van belang dat we een gedragen afwegingskader hanteren, dat aansluit op Europese en nationale kaders en geënt op praktische toepassing in de (bestaande) bouw.

In het domein van het energiegebruik moet heel veel gebeuren, alleen al om een 100% duurzame energie-opwekking voor elkaar te krijgen. Besparingen op ruimteverwarming en tapwater met 80 respectievelijk 50% zijn gebruikelijk in de wereld van passief bouwen en renoveren. Maar niet in de manier waarop de Nederlandse gebouw en woningvoorraad wordt aangestuurd. Gebouwen met label A, B of C besparen in de praktijk maar 30% of minder. Toch is label B een veel gehanteerde doelstelling bij woningcorporaties.

Voor een 100% duurzame energievoorziening zijn alle vormen van energietransport en opslag nodig. Dat komt omdat het aanbod van duurzame energie fluctueert afhankelijk van bijvoorbeeld zon- en wind op een bepaald moment. Ook de vraag naar energie fluctueert. Zo zijn er pieken op bepaalde uren van de dag, en is de warmtevraag voor gebouwen seizoensafhankelijk.Voor korte termijn opslag bieden batterijen soelaas, voor seizoensopslag zijn andere manieren voorhanden.

De energetische transport capaciteit van het Nederlandse gasnet is 10 maal groter, en bovendien per eenheid energie 8 tot 10 keer goedkoper dan het elektriciteitsnet. Als we nieuwe duurzame energie via het elektriciteitsnet willen transporteren, zijn grote net-investeringen nodig. Daarom is het benutten van de capaciteit van het gasnet voor het transport van duurzame energie zo interessant. Power-to-gas heet de techniek die maakt dat uit windmolens op zee en zonnepanelen op daken schoon gas wordt gemaakt. Uit de duurzame energie wordt door elektrolyse waterstof gemaakt. Door toevoeging van CO2 ontstaat synthetisch schoon gas met dezelfde samenstelling als aardgas, maar dan volledig duurzaam. Immers bij de productie van syngas wordt CO2 onttrokken aan de atmosfeer.

Als je dat doet op die momenten dat het aanbod van duurzame energie hoog, en de vraag naar energie laag is maak je maximaal gebruik van duurzame bronnen. Dit synthetisch schone gas kun je voor gebruik in andere seizoenen opslaan.

Waarom is deze analyse nu zo belangrijk? Dat is omdat het goed bedoelde credo van ‘aardgasvrij’ door gemeentebesturen en lobbygroepen wordt gelijkgesteld aan het verwijderen van gasnetten uit de gebouwde omgeving. 

Het veilig in stand houden van de bestaande infrastructuur kost de burger bijna niets, terwijl het opbouwen van nieuwe energie-infrastructuur om miljarden vraagt.

  • De overheid is voornemens om de primaire energie factor (PEF) te in energieberekeningen te gaan baseren op verwachtingen voor de toekomst, in plaats van op actuele en te verifieren jaarlijkse gegevens van het CBS.
  • De CO2 emissie van het voorbeeld zal bij de voorgenomen PEF van 1,45 ongeveer 45% lager worden voorgespiegeld.
  • De drive om warmtepompen toe te passen zal daarmee vervallen: er wordt zogenaamd CO2 gereduceerd; de investeringskosten zijn lager; de energiekosten blijven gelijk tov gas.
  • Gevolg: verhoging van de CO2 emissie, vergroting van het elektriciteitsgebruik, en dus verlaging van het percentage duurzame elektriciteit

Energieberekeningen qua prestaties en emissies berekenen met huidige verifieerbare data. Energiegebruik monitoren en emissies jaarlijks bepalen met actuele emissiedata.

Tariefstelling energiebelasting en ODE en warmtetarieven evenredig met actuele CO2 emissie van elke energiedrager

  • Elektriciteit op basis van werkelijke mix van ingezette brandstoffen
  • Warmte op basis van werkelijke mix van duurzaam en bijstook gas
  • Gas op basis van werkelijke mix van aardgas, biogas, waterstofgas etc
Chiel Boonstra
Chiel BoonstraTrecodome